De ruimte van de een... #kinderpardon
#azc #kinderpardon #boos #eigeland
Ze komt uit Moldavië en een aantal gezinnen uit dat land zijn net vorige week teruggestuurd. Ik vraag haar wanneer ze terug moet. Dat weet ze niet – en meteen voegt ze eraan toe dat ze niet terug wil. Ik ken Moldavië vrij goed en ik begrijp dat het daar armer is dan hier, maar toch vraag ik even door. Ze begint meteen over het weer: het is daar zo koud, de winter. En ja, het is er zo arm. Het wordt maar niet beter. Het is naar. En vreselijk. Ik probeer nog iets te zeggen over of het mogelijk is daar te wonen en het land op te bouwen. Maar: 'Hoe doe je dat als er geen werk ik? En zo arm?'
Ik realiseer me dat alle afwegingen en redeneringen in dit gesprek hun doel missen, dus hou mijn mond verder.
Dezelfde avond spreek ik een vrouw uit Liberia, 27 jaar oud. Haar dochter van 11 zit naast haar. Gevlucht uit Liberia, 12 jaar geleden alweer. Ze spreekt zelf al een aardig woordje Nederlands en haar dochter spreekt het vloeiend. De dochter vertelt dat ze hier is geboren en vijf keer is verhuisd. Trots en lachend praat ze over groep acht. Al twaalf jaar wachten ze. En nee, veilig genoeg om naar terug te keren is Liberia niet echt te noemen.
Ik spreek me niet vaak uit over al deze asiel-perikelen. Maar ik zie wekelijks hoe de ‘terecht’ gevluchte mensen lijden onder de lange wachttijden en andere procedures, veroorzaakt mede door degenen die zijn vertrokken vanwege geld of een gebrek aan welvaart – wat wij hebben willen zij ook. (Kun je het ze kwalijk nemen?) Personen van wie je met de eerste handdruk al weet dat zij geen (juridische) gronden hebben om hier te zijn, danwel te mogen blijven. Maar ook zij hebben recht op een procedure. Ook zij gaan in hoger beroep. Opnieuw. En dan nog een keer.
Is er geen onderscheid te maken? Waarom kan zelfs de IND weer in hoger beroep en heeft de rechter niet ‘gewoon’ de eerste keer al het laatste woord? Het gevolg zijn lange procedures, jaren die voorbijgaan (‘de dagen zijn het zwaarst’ zei een oud-asielzoeker eerder) en de mensen die hopen op wat meer welvaart zitten naast de mensen die van wanhoop het leven - terecht - niet meer zien zitten.
En daar tussenin woont die mooie 11-jarige meid, die meer Nederlands dan Liberiaans is. Die vijf keer is verhuisd en lijkt te lachen, maar nog steeds niet weet of ze dezelfde dromen kan en mag leven als haar vrienden.